8M5254 8M4987 8M5249 8M4435 8M4448 8M8282 8M4447 8M8281 8M4443 8M5248 3S5496 8M4432 8M4445 8M4446 8M4988 8M4433 8M5661

GEARTICULEERDE VRACHTWAGEN 735 735B 740 740B D250E D300B D300E D35HP D400 D400E II
UITDAGER 65 65C 65E 75 75C 75D 75E 85C 85D 85E 95E
COMPACTE WIELlader 910
UITWERPERvrachtwagen 740 740B D400E II
GASmotor G3306
INDUSTRIËLE MOTOR 3304 3306 D343
GEÏNTEGREERDE TOOLCARRIER IT28 IT28G
STORTPLAATSpers 816
DE STORTPLAATS R1600 R1600G R1600H VAN DE LADINGSafstand
MARIENE MOTOR 3306 D343
MARIENE TRANSMISSIE 7211
MOTORnivelleermachine 14E 16
AARDOLIEtransmissie CX48-P2300 TH48-E70 TH48-E80 TH55-E70
PIPELAYER 561H 561M 561N 571G 572G 572R 572R II 578 583K 583R 583T 587R 587T 594 594H PL83 PL87
PUMPER SPF343C
STEENGROEVEvrachtwagen 771C 771D 775B 775D
GRONDpers 815 825B
SPOORlader 931 931B 941 951B 955H 955K 955L 977H 977K 977L 983
SPOORkier 517 527 D4HTSK II D4HTSK III D5HTSK II
SPOOR-TYPE TRACTOR 30/30 OEM D6R D6R II D6R III D6R STD D6T D6T LGP D6T LGPPAT D6T XL D7F D7G D7G2 D7H D7R D7R II D7R XR D8H D8K D8L D8N D8R II D8T D9G D9H D9T VAN D10 D10R D10T D11N D11R D11T D3 D3B D4D D4H D4H XL D5 D5B D5H D5H XL D5M D5N D5R LGP D6C D6D D6E D6G D6G2 LGP D6G2 XL D6H D6H XL D6H XR D6M D6N D6N LGP D6N DEUCE
TRACTOR 768B 768C 772 772B 776C 776D 784B 784C
VRACHTWAGEN 69D 769 769C 769D 773 773B 773D 773E 773F 775D 775E 775F 777 777B 777D 777F 777G 785 785B 785C 785D 789 789B 789C 793 OEM 793F XQ 797 797B 797F van 793B 793C 793D 793F 793F CMD 793F
VRACHTWAGENmotor 1674 1693
ONDERGRONDSE KUNSTvrachtwagen AD40 AD45 AD55 AE40 AE40 II
DE MOTOR VAN VOERTUIGEN D346 D348 D349
WIELbulldozer 814 824 824B 834 854G 854K 916 920 924G 924GZ 926 930 930G 930R 950 966C 980 980B 988 992 992G 992K 993K 994 994D 994F 994H
WIELschraper 613 615 615C 623B 627B 627E 627G 637E 637G 657 657B 657E
WIELlader
WIELtractor 611 615 621E 623E 627E 627F 627H 631C 631D 631E 631G 633D 633E II 637D 637E 637G 641 650B 651 651E 657 657B 657E 666
WIELtractor-scraper 627K 627K LRC
KRUK 57 erpilla 58

Illustratie 1 g02169274
Typisch Voorbeeld
Basisluchtinham en uitlaatsysteem
(1) de koeler NOx van het verminderingssysteem (NRS)
(2) uitlaatverzamelleiding
(3) Aftercooler
(4) uitlaatafzet
(5) turbinewiel
(6) compressorwiel
(7) luchtinham
(8) inhamkleppen
(9) de uitlaatkleppen de componenten van de het luchtinham en uitlaatsysteem controleren de kwaliteit van lucht en de hoeveelheid lucht die voor verbranding beschikbaar is. De het luchtinham en uitlaatsysteem bestaan uit de volgende componenten:
Luchtzuiveringstoestel
Doc.
NRS
Turbocompressor
Aftercooler
Cilinderkop
Kleppen en de componenten van het klepsysteem
Zuiger en cilinder
Inhamverzamelleiding
Uitlaat manifoldNote: De volgende beschrijving van de verrichting van de het luchtinham en uitlaatsysteem veronderstelt dat de motor overdruk ontwikkelt. De inhamlucht gaat door het luchtzuiveringstoestel over in de luchtinham van turbocompressorcompressor (6). Een turbocompressor wordt gebruikt om de stroom te verhogen van lucht in de motor. Deze verhoging van luchtstroom zet de levering van de verbrandingslucht voor de motor onder druk. De druk die op de inhamlucht wordt geplaatst laat een groter volume van lucht toe om in de cilinder worden samengeperst. Dit het samenpersen van de inhamlucht wordt bedoeld als motorverhoging. Het samenpersen van lucht veroorzaakt de luchttemperatuur om tot ongeveer 204 °C (400 °F) toe te nemen. Als luchtstromen door aftercooler wordt de temperatuur van de samengeperste lucht gekoeld aan ongeveer 46 °C (115 °F). Aftercooler gebruikt een warmtewisselaar om de inhamlucht te koelen. Het koelen van de inhamlucht veroorzaakt dichter de lucht om te worden. Het samenpersen van en het koelen van de inhamlucht verhogen de verbrandingsefficiency van de motor. Dit verhoogt ook de paardekrachtoutput van de motor. Van aftercooler, gaat de lucht de inhamverzamelleiding in. De luchtstroom van de inhamverzamelleiding aan de cilinders wordt gecontroleerd door inhamkleppen (8). Er zijn twee inhamkleppen en twee uitlaatkleppen (9) voor elke cilinder. De inhamkleppen open bij de hoogste centrumpositie van de zuiger. Wanneer de inhamkleppen openen, gaat de gekoelde samengeperste lucht de cilinder door de inhamhavens in. De inhamkleppen dicht als zuiger bereikt de positie van het bodemcentrum. Dit wordt genoemd de inhamslag van de motor. Aangezien de zuiger terug naar de hoogste centrumpositie inzake de compressieslag begint te reizen, wordt de lucht in de cilinder samengeperst aan op hoge temperatuur. Wanneer de zuiger dichtbij het eind van de compressieslag is, wordt de brandstof ingespoten in de cilinder en de mengelingen met de samengeperste lucht. Dit veroorzaakt verbranding om in de cilinder te beginnen. Zodra de verbranding begint, duwt de verbrandingskracht de zuiger naar de positie van het bodemcentrum. Dit wordt genoemd de machtsslag. De open uitlaatkleppen wanneer de zuiger naar de positie van het bodemcentrum en de uitlaatgassen op weg is worden geduwd door de uitlaathaven in uitlaatverzamelleiding (2) als zuigerreizen naar hoogste centrum op de uitlaatslag. De uitlaatkleppen sluiten opnieuw en het cyclusbegin. De volledige cyclus bestaat uit vier slagen:
Inham
Compressie
Macht
De ExhaustTheuitlaatgassen van de cilinder worden gedwongen in uitlaatverzamelleiding (2). De stroom van uitlaatgassen van de uitlaatverzamelleiding gaat de turbinekant van de turbocompressor in.